Eline (21) werd jarenlang gestalkt door haar vader en grootmoeder
- Ann Laenen

- 20 jun 2020
- 4 minuten om te lezen

Na de scheiding van haar ouders, ging de relatie van Eline (21) en haar vader er serieus op achteruit. Hij wilde zijn dochter vaker ontmoeten, maar daar staken zijn depressie en ex-vrouw een stokje voor. Hij zag geen andere optie en volgde Eline overal naartoe. Uiteindelijk bekeek ze hem niet meer als vader, maar als stalker.
‘De relatie met mijn vader Mark verwaterde toen mijn ouders scheidden. Ik was toen anderhalf jaar oud. Voor de scheiding was mijn vader manisch depressief. Hij ging van extreem gelukkig, naar enorm verdrietig in slechts enkele seconden. Dat zorgde ervoor dat hun huwelijk een rollercoaster was met meer dieptepunten dan hoogtepunten. Hij wilde geen hulp aanvaarden en daar kon mijn moeder niet tegen. Ze waarschuwde hem: “Als je geen hulp zoekt, ben ik weg.” Hij negeerde dat. Hij dacht enkel aan zichzelf en aan zijn eigen geluk.’
Tot de dood hen scheidt, of toch niet?
‘Mijn moeder Ria vroeg na een huwelijk van vier jaar de scheiding aan. Ze had geen zekerheid meer. Als ze van het werk naar huis reed, vroeg ze zich constant af in welke bui ze mijn vader zou aantreffen. Was hij vrolijk, of net het tegenovergestelde? Ze was ook bang. Bang dat hij zich op een dag zo ongelukkig zou voelen, dat hij zichzelf iets zou aandoen. Naast depressief was hij ook lui. Het huishouden kwam volledig op de schouders van mijn moeder terecht. Koken, wassen, poetsen, het gras maaien, snoeien … Alles was haar verantwoordelijkheid. Zelfs de kleine dingen waren te veel voor hem en dat was de druppel die de emmer deed overlopen.’
“Mijn vader weigerde me af te geven, maar mijn moeder hield voet bij stuk.”
‘Direct na de scheiding ging ik bij mijn moeder wonen. Dat leek haar het beste gezien mijn vaders toestand. Hij ging hier niet mee akkoord en stapte naar de rechtbank. Omwille van mijn jonge leeftijd en zijn depressie, besliste de rechter dat ik één dag in het weekend bij hem langs mocht gaan. De ene week ging ik langs op zaterdag, de andere week op zondag. De tijdspannen bleef hetzelfde: van 10:00u tot 18:00u. Blijven slapen was dus geen optie.’
De politie, uw vriend
‘Rond 18:00u kwam mijn moeder mij halen en telkens opnieuw ontstond dezelfde discussie. Mijn vader weigerde me af te geven, maar mijn moeder hield voet bij stuk. Ik moest en zou met haar mee naar huis gaan. Die discussie mondde regelmatig uit in kletterende ruzie, het was zo erg dat de politie vaak tussen moest komen. Mark bleef moeilijk doen, hij zocht altijd een manier om me vaker te zien. Hij wilde evenveel recht als mijn moeder, dus hij stapte opnieuw naar de rechtbank. Zonder resultaat weliswaar. Het feit dat de politie bijna elk weekend aan de deur stond, was niet in zijn voordeel. Mijn moeder vond het beter dat ik niet meer op bezoek ging bij mijn vader, dus het contact viel weg.’
“Hij belde met een smoesje naar school en kwam er zo achter wanneer we gingen schaatsen.”
‘Ik had geen behoefde aan contact met mijn biologische vader. Mijn moeder leerde Raf kennen toen ik vier jaar was en ik beschouwde hem als mijn echte vader. Hij had al twee kinderen uit een vorig huwelijk, maar toch vormden we een hecht gezin. Naarmate ik ouder werd, begon Mark me te stalken. Hij wachtte me op aan de schoolpoort en reed te pas en te onpas voorbij ons huis. Hij belde met een smoesje naar school en kwam er zo achter wanneer we gingen schaatsen. Vervolgens keek hij toe vanuit de cafetaria.’
Partners in crime
‘Mark werkte bij RTV, hij moest dus vaak sfeerfoto’s maken op festivals en fuiven. Als ik hem daar tegenkwam, maakte hij af en toe foto’s van mij. Elke keer dat ik hem in zijn ogen aankeek, werd ik banger en banger. En alsof het niet erger kon, begon ook mijn grootmoeder met stalken. Ze volgde me onderweg van school naar huis en stond me op te wachten op openbare plaatsen zoals de Chiro, de Delhaize in de buurt of de dansschool waar ik les volgde. Ik vertelde alles aan mijn moeder en zij vroeg een straatverbod aan. Voor mijn vader hadden we voldoende bewijzen: hij was geen vreemde voor het gerecht, hij kwam geregeld in aanraking met de politie en hij was manisch depressief. Hij kreeg dus een straatverbod, mijn grootmoeder niet.’
“Ik durfde het niet te vertellen omdat ik bang was dat hij mij terug ging stalken.”
‘Toen ik twaalf werd, moest ik definitief beslissen of ik bij moeder wilde blijven wonen. De rechtszaak werd afgesloten en mijn vader moest accepteren dat hij geen hoederecht had. Uiteindelijk vervreemdde hij een beetje. Na het middelbaar dreigde hij er wel nog mee om geen kindergeld meer te betalen omdat hij niet wist of ik nog studeerde. Zo wilde hij erachter komen waar ik op dat moment naar school ging. Ik durfde dat niet te vertellen omdat ik bang was dat hij mij terug ging stalken. De laatste drie jaar is het stalken serieus afgenomen. Ik denk dat het nu pas tot hem doordringt dat ik hem niet meer wil zien. Het contact is uitgedoofd.’
Geen contact
Nu ik ouder ben, besef ik wel dat ik de familie langs mijn vaders kant totaal niet ken. Als ik in de supermarkt sta, kan ik zonder het te weten mijn meter of peter tegenkomen. Ik heb ze wel eens op Facebook opgezocht, maar nog nooit in het echte leven gezien. Onlangs zocht mijn nicht contact op. Ze stuurde een bericht via Instagram: “Hey, ik weet dat je mij niet kent, maar zie je het zitten om eens af te spreken? Ik ben de dochter van de zus van Mark.” Ik heb totaal geen behoefte om nu nog een relatie op te bouwen met dat deel van de familie. Ik snap wel dat zij dat willen. Het is immers niet hun schuld dat we elkaar nooit zien.’
“Ik heb niet meer het gevoel dat ik constant over mijn schouder moet kijken.”
‘Ik vind mijn leven goed zoals het nu is. Mijn vader heeft nog steeds een contactverbod, mijn grootmoeder is eind zeventig en zit momenteel in een rusthuis. Ze is een jaar geleden gevallen en brak daarbij haar heup. Ik heb niet meer het gevoel dat ik constant over mijn schouder moet kijken. Het stalken is gestopt, ik woon nog steeds bij mijn moeder en ik studeer dit jaar af. Ik heb het gevoel dat mijn leven nu echt kan beginnen.’





Opmerkingen